Zullen artsen zich de komende jaren meer bezighouden met voorkomen dan met genezen? En zullen digital tools een bezoek aan de dokter vervangen? Op dit moment zijn veel zorgprocessen zo ingericht dat ze worden geïnitieerd door een patiënt met klachten. Deze patiënt komt bij een (huis)arts en wordt gediagnosticeerd en behandeld of doorverwezen, waarna de medische molens gaan draaien. Maar zullen deze processen de komende jaren hetzelfde blijven?
Wij, Supply Value, hebben onderzoek gedaan naar de prioriteiten binnen de gezondheidszorg. In onze vorige insight namen we de eerste twee ontwikkelingen uit ons rapport kort met je door: van eilanden naar netwerken en van ziekenhuis naar thuis. In deze tweede sneak peek delen we de volgende twee ontwikkelingen met je: van reactief naar proactief en van face-to-face naar digital first.
Van reactief naar proactief
Wanneer gaan mensen naar de dokter of het ziekenhuis? Tot nu toe gebeurt dat wanneer mensen gezondheidsklachten beginnen te krijgen. Een bezoek aan een zorgverlener gaat dus vooral over het onderzoeken van de klachten en het uitzoeken hoe ze verholpen kunnen worden. Dit gaat echter veranderen. Het moment waarop mensen contact opnemen met een arts gaat verschuiven, maar het contact zelf gaat er ook anders uitzien.
In de toekomst zullen meer middelen worden ingezet aan het begin van de gezondheidsketen in plaats van aan het einde. Hierdoor verschuift de focus van behandeling en nazorg naar levensstijl en ziektepreventie. In plaats van te wachten tot zorgontvangers komen opdagen met problemen of klachten, zullen technologische vooruitgang en gegevens zorgverleners in staat stellen een probleem te herkennen voordat het zich openbaart in de vorm van symptomen of acuut wordt.
Om de levensstijl van een zorgontvanger zo goed mogelijk te kunnen bespreken met een zorgverlener, moeten er actuele, betrouwbare en de juiste hoeveelheid gegevens van de zorgontvanger worden verkregen. Dankzij de technologische vooruitgang is gegevensuitwisseling over de zorgbehoevende mogelijk doordat smartphones en wearables gegevens van de zorgbehoevende verzamelen en combineren. Met de verkregen gegevens kunnen zorgverleners meer te weten komen over het gedrag, de gewoontes, de verlangens en de triggers van een persoon, waardoor ze op het juiste moment de juiste feedback krijgen.
Eerst van face-to-face naar digital
Voor de crisis bestond de zorg voor zorgbehoevenden grotendeels uit logistiek: bellen (met klachten), een afspraak maken, naar het ziekenhuis of de dokterspost reizen en wachten in de wachtkamer. De enige alternatieven hiervoor waren huisbezoeken door de huisarts en thuiszorg. De inperking van huisarts- en ziekenhuisbezoeken door maatregelen als gevolg van de COVID-19 uitbraak heeft nieuwe manieren van communicatie tussen zorgbehoevenden en zorgverleners gestimuleerd. Voor zorgbehoevenden betekent dit bijvoorbeeld een nieuwe manier van afspraken maken: het is niet meer vanzelfsprekend om naar het ziekenhuis of de huisartsenpost te gaan voor een afspraak, het maken van een online afspraak wordt steeds gebruikelijker. Op deze manier krijgt een zorgbehoevende meer controle en flexibiliteit in de zorgverlening zelf.
Een online intake of screening heeft twee voordelen:
- Een efficiëntere aanpak voor zowel de zorgbehoevende als de zorgverlener. Wanneer een diagnose op afstand kan worden gesteld en klachten door de zorgbehoevende zelf thuis kunnen worden behandeld, hoeft de zorgbehoevende niet onnodig naar de zorgverlener te reizen. Tegelijkertijd zorgt deze manier van werken ervoor dat de zorgverlener meer tijd heeft voor mensen die echt zorg op locatie nodig hebben.
- Technologische toepassingen maken het mogelijk om belangrijke gezondheidswaarden van zorgbehoevenden op afstand (digital) te monitoren. Op die manier hoeft de zorgbehoevende niet voor elke periodieke controle langs te komen, maar kan hij ingrijpen als dat nodig is.
Het inzicht kan hieronder worden gedownload.